1. |
Soms word je geboren
02:42
|
|
||
Soms ben je blauw, soms ben je geel.
Soms ben je kapot en soms ben je heel.
Soms ben je recht, soms ben je krom.
Soms ben je slim maar soms ben je dom
Soms heb je het koud, soms is het warm.
Soms ben je rijk en soms ben je arm.
Soms ben je heldhaftig, Soms ben je laf.
Soms moet je beginnen maar soms ben je af.
Soms ben je lelijk, soms ben je knap.
Soms serieus en soms voor de grap
Soms word je wakker, soms val je in slaap.
Soms ben je terughoudend, soms recht voor zijn raap.
Soms mis je de bossen, soms verlang je naar zee
Soms blijf je thuis en soms ga je mee.
Soms ben je klein maar soms ben je groot.
Soms word je geboren en soms ga je dood
|
||||
2. |
Stille zaterdag.
02:40
|
|
||
Rust nu maar mijn lieve schat, ik aai je door je haar.
Ik leg mijn handen op jouw hart, het strijden is nu klaar.
De avond duwt de zon omlaag, de zanglijster is vroeg.
Zucht je onrust naar de lucht, voelen is genoeg
Het is genoeg.
De zaken zijn gelopen, het dragen is gedaan.
Verwachtingen zijn afgewacht, de schuld is al ontstaan.
Het praten is besproken, de klank is uit je keel.
Als alles een beetje tegenzit, is niets soms al teveel
Het is veel.
Dus geef me al je zorgen, ik sla ze in de wind.
Ik hang ze aan de wilgen op, waar niemand ze mee vind
En staar maar naar de wolken, al doen je ogen zeer.
Nadat je de eerste ster ontdekt, zie je er steeds meer.
Er is meer.
Stop nu maar met draaien en leg je lichaam stil.
En vlieg maar met de uilen weg, waarheen jij ook maar wil.
En sluit nu maar je ogen, wrijf in je gezicht.
geloof me zonder duisternis, is er ook geen licht.
Er is licht.
|
||||
3. |
Groei.
03:29
|
|
||
Ik zit zomers in een zoete weide, gezwollen zwanger van de zware geur
De zon zindert zacht zo zijde, honing hommel die snoept de kleur
Ik bikkel in een barstig bos, hoor tromgeroffel van een spichtige specht.
Ik beplak alle takken met mals mos, banjer door bladeren, eikelgevecht.
Voel en ervaar. Luister en boei. Proef en krijg smaak.
Lief, laaf, lof leef en groei.
Ween een zee en bevaar een traan, geiser in een goed glas bier.
Duik in een fluim, adem oceaan. Drink de dauw, urinerivier
Nog meer water in het watermeer, de druppels drummen op het vel
Kringels kruisen waardeloos weer, druppel wordt kegen en kegel wordt bel
Voel en ervaar. Luister en boei. Proef en krijg smaak.
Lief, laaf, lof leef en groei.
Het water buigt gebonden en bol. omhelst dan krachtig de kromme boom.
Vrije val veel fors vol, sluier scheiding stoom.
Klaterend ijskoud gekust, denderende druppeldruk.
Raast, ruist, rolt, rouwt, rust en meandert kalm naar het meer geluk
Voel en ervaar. Luister en boei. Proef en krijg smaak.
Lief, laaf, lof leef en groei.
|
||||
4. |
Merlot.
02:23
|
|
||
Ze zegt: stil maar lief. En strijkt dan heel zacht de scherpe kantjes rond
Ze zegt: ontspan maar schat en kneedt dan de kramp uit mijn maag
Dan zegt ze: lieveling laat los en samen dansen wij de nacht kapot
Ze fluistert: wees niet bang en legt dan haar deken over al mijn dromen heen.
|
||||
5. |
MaarikbenallesbenikMaar
03:05
|
|
||
Wie ben ik. waar kom ik vandaan.
Wat doe ik vandaag en wat doe je me aan.
Ben ik hooggevoelig of stel ik me aan
Ben ik de koning of de onderdaan.
Maar ik ben alles ben ik
Ik ben alles ben ik maar
Vind ik mij grappig. Ben ik wat aan.
Voel ik mij schuldig. Heb ik iets misdaan
Ben ik het eendje of ben ik de zwaan
Jezus, maak ik me daar echt druk om? Of heb ik er schijt aan.
Maar ik ben alles ben ik
Ik ben alles ben ik maar
Speel ik een toneelstuk. Of ben ik spontaan.
Blijf ik alleen achter of loop ik vooraan.
Ben ik aangekomen of kom ik er nog aan.
Hou ik eigenlijk nog wel van jou? en zie jij mij nog zitten?
Maar ik ben alles ben ik
Ik ben alles ben ik maar.
|
||||
6. |
Zij zijn alles.
03:31
|
|
||
Als de kranen sluiten, drink ik de bekers langzaam leeg.
Als de rivier begint te barsten, zijn zij alles dat stroomt
Als de ketting van het wiel loop, verbrandt de laatste druppel gas.
En na de laatste kilometer, zijn zij alles dat vervoerd.
Als de kaarsen doven, doe ik het licht op zolder uit.
En na de laatste zonnestralen, zijn zij alles dat verlicht.
Als de meren bevriezen, brand ik het laatste droge hout.
En is het niet meer aan te blazen, zijn zij alles dat verwarmt.
Als de muren hevig schudden, gooi ik de kelderdeur op slot.
En als zelfs de toren dreigt te vallen, zijn zij alles dat draagt.
Als straks alles is vergeven, kijk ik naar mijn lege huis.
Terwijl de echo's beuken op de muur, zijn zij alles dat vult.
|
||||
7. |
Thuis.
02:55
|
|
||
Hier zwijgen de muren, hier klinkt jouw muziek.
Jouw rituelen en jouw mistiek.
Hier mag je breken en hier schalt jouw lach.
Laat je maar vallen, je landt hier zacht.
Hier word je gedragen, hier word je erkend
Dit is de basis, het fundament.
Hier ben je veilig, hier ben je blij
Hier ben je heilig, hier ben jij
Hier mag je slapen, hier word je bemind
Hier mag je dansen als een kind
Hier ken je geen schaamte, nee je doet hier nooit gek.
Hier ben jij koning, dit is jouw plek.
|
||||
8. |
en soms ga je dood.
01:39
|
|
Streaming and Download help
If you like Soort van Sven, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp